Column: IJspret, of toch niet

Geschreven op 21 februari 2021, destijds gepubliceerd op website Columnisten in Quarantaine.

Laat ik maar met de deur in huis vallen, ik hou niet zo van schaatsen. In tegenstelling tot half Nederland dat vorig weekend de stoffige ijzers van zolder haalt, zit ik met warme melk op de bank. Ik zit daar goed, voor een knisperend haardvuur, kijkend naar de klappertandende menigte op de sloot in mijn achtertuin. Om de haverklap valt er iemand en glijdt dan nog een stukje door. Je tenen laten bevriezen voor wat oer-Hollands speelplezier? Mij niet gezien. Ik grijns. Door deze hel van 2021 hoef ik niet te gaan. 

Ik ben heel zeker van mijn zaak: ik ga voor geen cent dat ijs op. Totdat ik de spectaculaire schaatsvideo’s van mijn vriendin Yael zie. Zij schaatst op topniveau, en gaat dus megahard. Ergens ver weg gestopt in mijn DNA-kronkels beginnen mijn Friese genen een beetje te borrelen. Die Elfstedentochtliefhebber in mij wil eruit. Eigenlijk is schaatsen wel gaaf, als je zo hard gaat. Zweven over het ijs en zo. Maar het is negen jaar geleden dat ik voor het laatst heb geschaatst en ik denk: ik wil niet vallen. Als muzikant zijn je handen je businessmodel, dus als je iets breekt ben je echt de pineut. Dan zegt mijn moeder: ‘Trek die schaatsen en goede handschoenen aan, je gaat gewoon met een stoel!’ De knoop is doorgehakt. Elin Haver, schaatshater van de eeuw, gaat het ijs op. 

Lage noren, zo heten mijn schaatsen. ‘Niet de makkelijkste’, zegt mijn buurman als ik op de steiger zit. Eerst die schaatsbeschermers nog van de ijzers af zien te krijgen, dat gaat niet zo lekker met vijftienlaags-handschoenen. Na veel gemorrel komen de blinkende schaatsijzers tevoorschijn. Ik zet een keukenstoel op het ijs, en zuchtend en steunend kom ik erachteraan. IJs is best wel glad, kom ik op dat moment achter. 

Mijn broertje van acht heeft al twee dagen geschaatst, dus die racet over de sloot. Ik sta daar, met een stoel, in een veel te groot skipak, terwijl ik probeer om niet op mijn billen te belanden. Want mijn evenwichtsorgaan staat even niet aan of zo. Ik wiebel nog even, maar houd me goed vast aan de stoel. Voetje voor voetje begin ik te schaatsen, terwijl ik links en rechts word ingehaald door mijn buren. Echt hard gaat het niet, en in het halfuurtje dat ik heb geschaatst ben ik ook nog eens gevallen. Zo zie je maar weer. Ik kan toch misschien maar beter gaan strijken op mijn altviool. Dat is businessmodel-technisch ook handiger. En schaatsen? Dat laat ik mooi aan Yael en de rest van Nederland over.